Ronde 28: Het venijn zit ‘m in de staart

Het was weer een spannende ronde. Nummer 28 van de 33. Nog vijf te gaan dus. De strijd om de titel gaat inmiddels tussen Henri Abbink en Jochem Mullink. Voor de B-groep lijkt Oscar Wamelink de voornaamste kandidaat. Henk te Brinke gaat aan kop in de C-groep en Jaap Wolters ligt op titelkoers in de D-groep.

Om een kans te behouden moest Henri Abbink wel winnen van Bert te Sligte. Bert hielp Henri een handje door een foutief offer te plaatsen op h6. Bert zei zelf dat hij het niet genoeg had doorgerekend. Henri kon het dan ook weerleggen en nadert zo de koppositie op slechts 4 punten.

Walter Schmeing  en Marcel Krosenbrink speelden een vlotte remise. “Ein Caro-Kann (1. e4; c6) wird immer Remis”, zou Walter over de partij zeggen. Han Schuurmans won zijn partij tegen Joachim Musholt en was daar wel blij mee. Han vond het een interessante partij en kwam een pion voor. Hoewel Joachim die terug kon pakken had hij een ander plan, maar daarvoor kreeg Han twee lichte stukken tegen een toren. Later won hij nog een kwaliteit. Alfred Sley had niet veel moeite tegen Thiemen Dekker. Thiemen gaf zelf aan al in de opening een fout gemaakt te hebben. Alfred kon het toen bekwaam afmaken en zo heeft hij inmiddels een score van 7 uit 10.

Henk te Brinke speelde tegen Reinhard Cvetkovic. Henk kwam ergens gewonnen te staan maar liet het toch lopen. Nu heeft Reinhard de afgelopen ronden wel vaker een verloren stelling kunnen redden, dat was in deze ronde ook niet anders. Evi Maris begon in een Siciliaanse partij tegen Han van de Laar met aanvallen. Eerst met d4 en later e5. Met een trucje kon Han een pion winnen en toen nog een en nog een. Toch bleef het voorzichtig manoeuvreren om eeuwig schaak te vermijden. Dat lukte. Het leek er even op dat Gerard Klein Langenhorst ook zou winnen tegen Lauri Maris. Maar toen Gerard een klein foutje maakte, kon Lauri een vesting opbouwen en wat Gerard ook nog probeerde hij kwam er niet meer door.

Rob Voogd trok onvervaard ten aanval. Erik Maris zette daar een flitsende aanval tegenover en hem ging het beter af dan Rob. Met een paard gaf hij stikmat. Rob had geen luchtgaatje meer over. De partij tussen Freek Deunk en Jaap Wolters kende een Franse opening. Freek pakte het echter verkeerd aan en bleef met teveel zwakke pionnen achter. Nadat hij pion en later ook nog het paard verloor, zag hij zich genoodzaakt op te geven. De partij tussen Henk Wiggers en Henk van Beek ging aanvankelijk gelijk op. Opeens trok Henk Wiggers met zijn paard ten aanval waardoor er mat dreigde. Verdedigen was geen optie, want dan zou Henk van Beek de dame kwijt raken. Puntje voor Henk Wiggers dus. Als eerste waren Daan Slager en Dick Labee klaar. Omstanders gaven aan dat Daan goed had gespeeld. Hij kon de dame in een penning zetten, daarmee was het snel afgelopen.

Dan de laatste twee ‘venijnige’ partijen, (‘het staartje’), die het aanwezige publiek bleven boeien. Beide partijen werden naast elkaar gespeeld, dat was dus makkelijk kijken. Halverwege de avond verzuchtte Frank Roodzant nog: “Ik ben de wanhoop nabij”. Dat bleek ook wel als je op het bord keek. Jan Willem Klein Poelhuis had de touwtjes in handen en stond materiaal voor. Uiteindelijk leverde hij ook weer wat in. Het eindspel ging hij in met K+7 pionnen, tegen K+L en 3 pionnen voor Frank. Die witveldige loper bleek echter de kracht te hebben van een Noord-Koreaanse middellangeafstandsraket. Hij beheerst er het hele bord mee en won -tot verbazing van de omstanders- zelfs nog de partij. “Ik heb het ergens laten liggen”, gaf Jan Willem nog te kennen. De andere partij die toen nog bezig was, was die tussen Jan Eckhardt en Henk Freriks. Het spel ontwikkelde zich aanvankelijk traag. Toen Henk op voorsprong kwam, zelfs een volle toren, zag het er niet meer zo moeilijk uit. Het leek er zelfs al op dat Jan had opgegeven, omdat er al een tussentijdse analyse plaats vond. Toen Jan geconfronteerd werd met de vraag of hij doorspeelde of opgaf, zei hij:  “Nog even proberen”. Het lukte Henk maar niet om op voordelige wijze af te ruilen en over te gaan naar een winnend eindspel. Integendeel, het was Jan die met zijn pionnen een tegenaanval inzette op de koning. Hij leek daarbij zelfs Henk nog te overklassen, maar vlak voor de beslissende klap viel, besloten beiden dat het mooi was geweest en was de remise een feit.

Volgende week Schaak Vrij. Aanvang 19.30 uur.

Publiek kan nog even genieten van twee boeiende partijen. Frank (links) is de wanhoop voorbij!