Om eerst maar even met het rooster in huis te vallen. We spelen nog zes ronden intern, éénmaal Schaak Vrij en dan zes ronden Zomercompetitie. Aan Schaak Vrij en de Zomercompetitie kan iedereen meedoen.
23 april | Ronde 28 | |
30 april | SCHAAKVRIJ 4 | Meivakantie |
7 mei | Ronde 29 | |
14 mei | Ronde 30 | |
21 mei | Ronde 31 | |
28 mei | Ronde 32 | |
4 juni | Ronde 33 | laatste ronde |
11 juni | Zomercompetitie 1 | |
18 juni | Zomercompetitie 2 | |
25 juni | Zomercompetitie 3 | |
2 juli | Zomercompetitie 4 | |
9 juli | Zomercompetitie 5 | |
16 juli | Zomercompetitie 6 |
Had ik het in het vorige verslag nog over remises. Nu was er maar ééntje en waren er 10 beslissingen. Die ene remise kwam als laatste tot stand tussen Henri Abbink en Reinhard Cvetkovic. Omdat het een partij was met verschillend materiaal, was het lastig om te zien wie er beter stond. Kennelijk niemand, want na een flinke afruil kwamen beide spelers dus remise overeen. Daarmee blijft Henri op de loer liggen om de koppositie weer over te nemen.
Dan de beslissingen. Klaudio Kolakovic overklaste Dick Boogaard volledig. Zonder veel bedenktijd te gebruiken rukte hij met onder andere h4 en g5 op en overrompelde Dick, zoals deze het ook zelf aangaf. Ze waren als eerste klaar. Thiemen Dekker speelde tegen Oscar Wamelink. Het was een mooie partij en ergens had Oscar met eeuwig schaak de remise binnen kunnen halen, maar hij wilde meer. Met een knappe eindspeltechniek en goed rekenwerk kon Thiemen de partij naar zich toetrekken. Evi Maris leek even goed te staan tegen Joachim Musholt. Deze had het lastig om het vege lijf te redden. Dat lukte echter wel en Joachim wist een matnet te knopen.
Voor Han van de Laar was het buigen of barsten. Hij speelde vol op de aanval tegen Gerard Klein Langenhorst en wilde van geen remise weten. Het ging nog bijna mis, maar gelukkig voor hem zat er nog een fraaie wending en dus het volle punt, in. Lauri Maris had niet veel kans tegen Henrik Lösing. Ook hij vlocht een matnet. Voor Lauri was ontsnappen daaruit niet meer mogelijk. Erik Maris deed het beter tegen David Poole. David kwam wel wat pionnen voor, maar hij overzag een penning van dame en koning, waardoor Erik met een toren de dame kon winnen. Toen moest hij het nog wel even zorgvuldig afmaken, maar dat was niet meer het grootste probleem. Rob Voogd hield de druk er goed op tegen Henk van Beek. Henk stond de hele tijd in de verdrukking. Het was dan ook een kwestie van tijd voordat Rob het volle punt kon binnenhalen.
Dick Labee gaf op een gegeven moment op tegen Jan Willem Klein Poelhuis. Jan Willem stond ook beter en Dick dacht dat hij ging verliezen, maar in de analyse bleek toch dat het nog niet zo eenvoudig was en dat de opgave van Dick net iets te vroeg was. Kay Ruesink en Jan Eckhardt speelden een lange partij van 73 zetten. Jan stond in het eindspel met 5 tegen 4 pionnen voor. Toen de overige stukken geruild waren en Jan nog een pion won, kon Kay het niet meer redden. Op een gegeven moment liet hij zich door twee dames mat zetten. Daan Slager had toen al van Paul Dekker gewonnen. Het was aanvankelijk een gelijk opgaande partij, maar beiden lieten ook wat steekjes vallen. Het was Daan die uiteindelijk aan het langste eind trok.