Nog nooit was de schaakavond al om kwart over tien voorbij, terwijl er toch elf partijen werden gespeeld. Bij de spelers die niet de volledige bedenktijd hebben is dat logisch, maar ook de andere partijen waren vrij snel klaar. Het langst zaten nog Jan Eckhardt en Henk Freriks achter het bord. Jan kwam een pion voor en bouwde dat langzaam uit. Eenzelfde verloop bij de partij tussen Henk te Brinke en Henk van Beek. Verrassende remises in de partijen tussen Bert te Sligte en André Houwers en Gerard Klein Langenhorst en Hannes Höing. Zeker terecht qua stelling, maar tot de late uurtjes gespeeld werd er niet. Dick Boogaard onderschatte de stelling en dacht alleen met een torenhoger nog wat te kunnen doen. Dat werd snel weerlegd en zo moest ook hij vroeg zijn koning omleggen (MK).