Drie teams van WSG speelden tegelijk thuis, er waren maar liefst 48 schakers achter de borden. De eerste twee teams speelden allebei tegen de Arnhemse Schaakacademie, WSG 3 tegen de oude bekende HSC Stork. In tegenstelling tot wat gebruikelijk is, was WSG 1 als eerste klaar. Tijdens de wedstrijd wist één van de spelers al te melden dat het er niet goed uitzag en hij kreeg gelijk. Alleen Klaudio Kolakovic wist zijn partij in winst om te zetten, een eindspel waarin hij dame tegen toren en loper had. Arjan van Lith speelde als laatste en wist nog een remise uit het vuur te slepen met twee stukken tegen toren en twee pionnen. Henrik Lösing, Tom Officier, Reinhard Funke, Jochem Mullink, Khaled Darwisch en Gerard Harbers verloren hun partij (1,5-6,5)
Bij WSG 3 debuteerde Thiemen Dekker en hij won meteen. In het pionneneindspel bleef hij koelbloedig. Joachim Musholt won een eindspel waarin beide spelers twee lopers hadden. Gerard Klein Langenhorst hield een sterke opponent keurig op remise, terwijl Teinhard Cvetkovic ook remise speelde. Hij had tussendoor echter een stuk meer gehad. Han van de Laar, Henk te Brinke, Luc van Harxen en als laatste André Houwers verloren (3-5).
WSG 2 pakte als eerste team een punt. ASA 2 was op papier even sterk, maar aan zes borden had WSG een hogere rating. In die zin was het gelijke spel misschien toch nog een kleine teleurstelling, maar gezien het spelverloop zat er zeker niet meer in. Eerder minder. Marcel Krosenbrink wist een toreneindspel tegen a- en h-pion echter remise te houden, waarna de tegenstander van Hennie Meijer tegen twee verbonden vrijpionnen opgaf. Even daarvoor had ook Emma de Vries haar partij gewonnen. De vrijpionnen van haar tegenstander wogen niet op tegen een kwaliteit. Dick van Wamelen kwam in een paardeindspel niet verder dan remise.
Dit was allemaal bij een 1-3 achterstand. Dick Boogaard stond lastig, maar had een mooie afwikkelcombinatie waarmee hij een gelijk eindspel kon bereiken. Bert te Sligte kwam in een pionneneindspel terecht, ook remise. Invaller Manfred Schmeing kon het helaas niet redden, terwijl Henri Abbink zich verslikte in het onorthodoxe spel van zijn tegenstander.