Na zo’n anderhalf jaar zonder teamwedstrijd was het misschien zo hier en daar nog even wennen (“ik heb anderhalf jaar geen bord meer gezien”, was zo hier en daar te horen) , maar al snel was het weer als vanouds. De borden stonden nog wel wat verder uit elkaar dan in het verleden, maar verder leek Corona ver weg. Alleen de begroeting was nog wat onwennig. Boks of elleboog, of toch maar een knikje en in het heetst van de strijd een ouderwetse handdruk.
WSG 1 kreeg met ASV 2 meteen één van de sterkste tegenstanders, maar lange tijd leek er zelfs winst in te zitten. Op bord kon Arjan van Lith een voordelig eindspel echter net niet winnen, waardoor het toch nog remise werd. Een paar uur daar voor had teamcaptain Han Schuurmans ook al een knappe remise bereikt door alles af te ruilen. In het belang van de ploeg, zullen we maar zeggen. Wie kunnen we kronen tot “Man of the Match” ? Jochem Mullink bezorgde zichzelf een vervroegd verjaardagscadeau met typisch “Jochemschaak”. Je krijgt er als leek niet altijd de vinger achter, maar het levert wel wat op. Knap gespeeld, maar meer in het oog sprongen de zeges van Thiemen Dekker en Henrik Lösing. Thiemen heeft voor het eerst een basisplaats in de hoofdmacht en wilde kennelijk laten zien dat dat niet ten onrechte was. Hij won één pion en toen nog één en toen de partij. Misschien was het wel zijn eerste overwinning op een 2000+- speler. Zoiets kan je carrière een boost geven. Maar Henrik Lösing, die als invaller moest opdraven komt zeker ook in aanmerking voor de eretitel. Hij speelde als in zijn beste jaren en dan kan hij het elke tegenstander moeilijk maken. Dat bleek ook deze middag. Van de spelers die het onderspit dolven had er voor Emma de Vries misschien meer ingezeten, maar Arent Luimes en invaller Erwin Swerink kenden een moeilijke middag. Gelijk tegen een team met gemiddeld 100 meer, een hoopvol begin.
Bij het tweede team was de start tegen Voorst qua resultaat nog beter. Op papier twee min of meer gelijkwaardige teams en dan is een 4,5-3,5 zege een mooie opsteker. Henri Abbink kreeg geen vat op de wedstrijd en verloor. Bert te Sligte probeerde een stukoffer (“ik kon het niet laten”), maar dat werd niet aangenomen en niet veel later verloor Bert een paar pionnen. Remko Algera deed als invaller weer van zich spreken. Eerst snoepte hij een pion mee op h7 en heel langzaam bouwde hij dat voordeel uit. Reinhard Cvetkovic, de tweede invaller, speelde in tegenstelling tot wat we van hem gewend zijn, een heel degelijke partij. Er werd geruild en uiteindelijk deelden de spelers het punt. Bij Dick van Wamelen gebeurde er iets meer, maar ook hier werd het punt gedeeld. Dick Boogaard had al een keer remise aangeboden, maar zijn tegenstander wilde meer. Na de eerste tijdnoodfase bood hij zelf maar remise aan en Dick nam dat meteen aan. Zo op het oog was de stelling nog zeker niet dood. Bij een 2,5-3,5 stand waren er toch nog kansen. Gerard Harbers had afgewikkeld naar een toreneindspel met pluspion en dat speelde hij zeer vakkundig uit. Marcel Krosenbrink won in het middenspel een kwaliteit voor een pion. In de tijdnoodfase liet hij zijn opponent nog ontsnappen, maar die maakte slechts gedeeltelijk gebruik van die ontsnappingsmogelijkheid. Zo kon Marcel na veel manoeuvreren toch nog het eindspel in winst omzetten (4,5-3,5). (MK)