Bijna zes uur duurde de wedstrijd tussen WSG 2 en Voorst, die uiteindelijk in een 3-5 nederlaag uitmondde. Geert ten Hietbrink verslikte zich al snel en moest teveel materiaal inleveren. Bert et Sligte kwam niet door de verdediging van zijn tegenstander en moest met een remise genoegen nemen. Han Schuurmans moest zorgvuldig spelen om een lopereindspel remise te houden, maar dat deed hij met verve. Dick van Wamelen had druk op de koningsstelling van zijn tegenstander en wist dat in een overwinning om te zetten. Paul van der Lee kwam in een eindspel terecht van paard plus vier tegen loper plus vijf pionnen en dat bleek teveel gevraagd. Dick Boogaard moest op het laatste moment invallen en trof ook nog de sterkste tegenstander. Hij weerde zich kranig, maar ook een eeuwig schaakpoging kon hem niet meer redden. Bij een 2-4 stand begon het lange wachten voor de toeschouwers. Oscar Wamelink stond de hele partij beter vanwege enkele dubbelpionnen bij zijn opponent, maar het kostte hem heel veel moeite en tijd om uiteindelijk een pion te laten promoveren. Toen waren alle ogen gericht op Henri Abbink. Hij had in een dichtgeschoven stelling nog een uiterste winstpoging gedaan en dat leverde zelfs een kwaliteit op. De vrijpion van zijn tegenstander was echter te sterk, zodat Abbink na bijna zes uur spelen de vlag moest strijken.