Van de 11 partijen eindigden er 9 in een overwinning. Marcel Krosenbrink tegen Han Schuurmans en Henri Abbink tegen Bert te Sligte speelden, al dan niet na harde strijd, remise. Dick Boogaard mocht zijn handen dichtknijpen. Hij werd door Job Geerdes overspeeld, maar toen deze een matwending over het hoofd zag, moest Job teveel materiaal teruggeven. Rob Voogd maakt het liefst al een statement in de opening. Ook nu trok hij flink van leer. Han van de Laar kon de aanval pareren en een kwaliteit winnen. Daarna het verder geduldig uitspelen. Oscar Wamelink zorgde ervoor dat hij Jan Willem Klein Poelhuis helemaal vastzette. De winst was toen een logisch resultaat. De partij van de avond werd misschien wel door Jaap Wolters gespeeld. Henk te Brinke onderschatte het loperpaar van Jaap en er dreigde allerlei mataanvallen. Eentje sloeg door. Hans Hoïng had het nog schwierig tegen Evi, maar de routine van Hannes gaf toch de doorslag. Henk Freriks wist na afloop te vertellen dat hij ’n péérd kwiet was. Ja, daar wist Gerard Klein Langehorst wel raad mee en hij galoppeerde door de stelling van Henk. Henk van Beek is de laatste paar ronden vaak als eerste klaar. Dit keer was het omdat Daan Slager een toren weggaf. Na de winst van Henk konden ze nog een tijdje vluggeren. Dat duurde langer dan de partij. Jan Eckhardt werd vorige week al door Evi aan de tand gevoeld, nu was het Lauri Maris die Jan op de pijnbank legde. Met een stuk minder en weinig tijd kon Jan het niet meer bolwerken. Erik Maris had ook weinig tijd over, maar dat kwam omdat hij de klok vergat in te drukken. Tegen Kay Ruesink moest hij nog flink aan de slag om binnen de resterende tijd het matnet te vinden. Gelukkig voor hem lukte dat. (HL)