Ronde 19: Kantje boord

Het is eigenlijk een tweeledige titel die op deze ronde van toepassing is. Enerzijds waren er twee partijen pas om 23.25 uur afgelopen, dus die gingen richting kantje boord voor wat betreft het  afbreken. Tevens waren er wat stellingen die wel/niet houdbaar waren. Of die partijen kantje boord waren, lag er natuurlijk aan vanuit wiens oogpunt je het bekijkt.

Als je de materiaalverhouding zag bij Klaudio Kolakovic en Bert te Sligte leek het er lang op dat Bert knap stand kon houden. Beiden gingen het eindspel in met een toren, lopers van ongelijke kleur en vijf pionnen. Dat moest toch remise te houden zijn, dachten de omstanders. À la Magnus Carlsen bleef Klaudio duwen en trekken aan de zwaktes van Berts stelling. Bert kwam niet meer toe aan veel tegenspel. Toen Klaudio dreigde te promoveren gaf Bert op. Kantje boord voor Klaudio en overboord dus voor Bert. Het was toen overigens 23.25 uur,dus afbreektijd. Bij Dick Boogaard en Henri Abbink was het ook kantje boord. Maar hier viel niemand overboord, het punt werd na lange strijd toch eensgezind gedeeld. Het was wellicht de mooiste partij van de avond om te zien. De toeschouwers vroegen zich steeds af wie nu beter stond. Kansen deden zich aan beide kanten voor. Uiteindelijk bood Henri remise aan, ook daar was dat om 23.25 uur. Kantje ….

Niet veel eerder had Jochem Mullink van Marcel Krosenbrink gewonnen. Jochem had lange tijd het betere van het spel alhoewel het evenwicht niet echt werd verbroken. Wel was er verschil in de bedenktijd, want die slonk bij Marcel tamelijk snel. Op een gegeven moment won Jochem pionnen en dreigde te promoveren. Daarop staakte Marcel de strijd. Walter Schmeing ging er eens goed voor zitten tegen Tim Witteveen. Tim hield het lang vol maar op een gegeven moment kwamen de foutjes vanzelf. Dit kwam door de druk en penningen van Walter. Tim liet de klok regelmatig onder de dertig seconden lopen, met de laatste zet ging het fout. De vlag viel in hopeloze stelling. Han Schuurmans had een walk over tegen Han van de Laar. “Het speelde als vanzelf” gaf Han aan. Toen Han L voor de verkeerde verdedigingslijn koos was het relatief snel en kansloos afgelopen. Na afloop van hun partij gaf Henk te Brinke aan dat Mark Burgers het al eerder had kunnen afmaken met de zet Pd5. Het offer van Henk was niet goed en toen Mark damewinst boekte was het pleit beslecht. Alfred Schley had het beste van het spel tegen Joachim Musholt. Hoewel de stelling materieel in evenwicht bleef, boekte Alfred toch de meeste vooruitgang. Hij kwam steeds beter te staan. Maar dat kostte ook veel tijd en alhoewel beiden vonden dat Alfred beter stond werd toch tot remise besloten.

Jan Eckhardt kwam aanvankelijk goed uit de startblokken, maar het was toch Gerard die Jan naar de keel vloog. Met een fikse aanval op de K-vleugel won Gerard materiaal. Tijd voor Jan om op te geven. Puntje voor Gerard.  André Houwers won tegen Kay Ruesink de kwaliteit. Dat maakte het spelen wat makkelijker. Uiteindelijk werd het een eindspel met 3 of 4 pluspionnen voor André. Dat gaf hij niet meer uit handen. Frank Roodzant vierde zijn rentree met de Leeuw. Sylvan Vrieze was het slachtoffer want die agressieve koningsaanval kon hij niet pareren.  Had Sylvan niet opgegeven dan was het ongetwijfeld mat geworden. Dat wilde hij niet afwachten en hij gaf op. Frank kon tevreden zijn. (HL)

The match of the day, tussen Dick Boogaard (l) en Henri Abbink, eindigt onbeslist