Ronde 7: Bijna allemaal ééntjes

De gemiddelde leeftijd van de leden van de schaakclub is wel van dien aard dat de meeste zich nog kunnen  herinneren dat je vroeger bij de sigarenboer een totoformulier ophaalde en thuis een aantal rijtjes invulde. De toto beperkte zich aanvankelijk tot de eredivisie en de eerste divisie. De voorspellingen werden ingevuld op een formulier met doorslag, computers bestonden nog niet. De kunst was het om 13 wedstrijden goed te raden, maar ook 12 en 11 goed keerde een bedrag uit. Ik had wel eens de neiging  om een rijtje helemaal in te vullen met allemaal eentjes, ongeacht de wedstrijden. Uiteraard ging dat altijd mis, maar ik moest daaraan denken toen ik het uitslagen formulier zag van ronde 7. Acht maal een één en een keer wint zwart. Weer niet alles goed dus.

Die enige overwinning met zwart kwam op naam van Jochem Mullink. Hoewel hij aanvankelijk gedrongen stond tegen Han Schuurmans kon hij zich met enkele krachtzetten toch bevrijden en nam het initiatief over. Henri Abbink hield Bert te Sligte in toom. Hoe het precies ging weet ik niet. Dat geldt ook voor de partij van Marcel Krosenbrink tegen Dick Boogaard. Ik had niet dat indruk dat Dick veel tegenspel heeft gehad. Hij dacht lang na zonder een uitweg te vinden. Alfred Schley nam al snel het initiatief tegen Willy Wilting. Ik meende iets van een paard te zien dat in de vijandelijk stelling voor gevaar zorgde. De uitslag bevestigde dat beeld. Mark Burgers en Geert Hietbrink lieten al snel de opening en het middenspel achter zich. Met een toren en een handvol pionnen begon al snel het eindspel. Door een actievere koning veroverde Mark als eerste genoeg pionnen om door te kunnen lopen.

Na 7 zetten was Henk te Brinke klaar tegen Manfred Schmeing. Manfred speelde ongelukkig. Het ongedekte paard werd met een schaakje door Henk’s dame geconfisqueerd. Reden voor Manfred om meteen op te geven. Dan maar een paar potjes vluggeren. Gerard Klein Langenhorst won van Rob Voogd. Hoe weet ik eerlijk gezegd ook niet. Marijn Visser had sterke centrumpionnen. Daarmee viel hij aan dat leverde stukwinst op na een vorkje. Jan Eckhardt speelde nog wel door en hoopte tevergeefs op beter. Vanwege een late afmelding was er geen tijd meer om een andere herindeling te maken. Daarom speelde George Appiah voor de tweede keer tegen Henk Doppenberg. Het was een mooie partij, die, als ik het goed heb begrepen ook in het clubblad komt.