Maar we beginnen met Daniël Barachtjansky. Hij won na 72 zetten van Raphaël Roode. Hoewel Raphaël aanvankelijk goed en met aanval uit de opening kwam, kon hij het niet redden. “Ik heb een foutje gemaakt en dat kostte mij de partij”, gaf hij te kennen. Matthijs Hoens speelde tegen nieuwkomer Anna Hambartsoemjan (welkom Anna). Ze speelde erg snel en daar wist Matthijs wel raad mee. Hij won veel materiaal en kon een matnet vlechten. Sylvan Vrieze hield het lang vol tegen Kay Ruesink. Maar het is toch wel te merken dat Kay al over meer routine beschikt. Toen Kay de dame won duurde het niet lang meer. Gerard Klein Langehorst speelde tegen Moya Koster. Aanvankelijk speelde Gerard wat nonchalant. Hierdoor kreeg Moya kansen en kwam even een pion voor. Tijd voor Gerard om er eens goed voor te gaan zitten en hij rukte op met zijn gevaarlijke d-vrijpion. Dat kon Moya niet meer houden. Toch een mooie partij gespeeld.
Spektakelstuk
Erik Maris maakte er tegen Jan Eckhardt een spektakelstuk van. Wederzijdse onnauwkeurigheden leidden tot een boeiend schouwspel. Het leek er even op dat Erik zijn hand overspeelde en een toren ging verliezen. Onder grote publieke belangstelling vond hij echter het mat in 2. Zie foto. Een knappe overwinning. Evi Maris had toen al afgerekend met Paul Dekker. Ik meen begrepen te hebben dat Paul eerst een pion voor stond, maar kennelijk hoorde dat bij de truc van Evi, want ze won twee stukken en dat was teveel van het goede. Puntje voor Evi. Henk Freriks leek even het initiatief te nemen tegen Han van de Laar. Wellicht had hij de aanval op de K-vleugel beter kunnen doorzetten met f4, maar Henk zou na afloop vertellen dat hij dat te link vond. Nu verloor hij de kwaliteit en gaf op. Bram Wilterdink speelde snel tegen Alfred Schley. Alfred lette in het begin ook niet helemaal op en verloor de toren op a1. Toen ging hij zelf op zoek naar de koning, die stond inmiddels onbeschermd. Mat beëindigde de partij. Marcel Krosenbrink zou over zijn partij tegen Peter Hoens zeggen: “Het stond gelijk, maar wellicht toch een licht voordeel voor mij. Ik kon dat voordeel echter niet verzilveren.” Remise dus.
Runner-up
Henk te Brinke dacht dat het voordeel zou opleveren om Lauri Maris met een dubbelpion op te zadelen. Maar hij moest zelf oppassen dat zijn eigen pionnenstructuur niet te zwak werd. Beiden met een handvol pionnen en de loper van de witte kleur konden geen doorbraak vinden. Ook remise, maar dan een stuk vlotter, werd het tussen Bert te Sligte en Manfred Schmeing. Er werd veel afgeruild en de muziek was al snel uit de stelling. Ook Mark Burgers en Dick Boogaard hielden het op remise. Mark gaf aan het nog wel even geprobeerd te hebben, maar de verdediging van Dick niet te kunnen kraken. Thiemen Dekker had het niet makkelijk tegen Luc van Harxen. Luc won een pion, maar hij had wel een ongelukkig geplaatste toren. Thiemen daarentegen viel met toren en dame aan, dat viel voor Luc niet meer te houden. Runner-up Thiemen bezet nu een fraaie tweede plaats. Dat smaakt naar meer. Dan zal hij toch eerst Jochem Mullink moeten bedwingen. Jochem kreeg tegen Henri Abbink wat ruimtevoordeel, met name op de D-vleugel. Dat leverde materiaal op en ook de kwaliteit, maar dat was nog niet voldoende. Pas toen Henri zijn laatste poging om door te breken zag stranden gaf hij op. En daarmee is Jochem de nieuwe koploper! (HvdL)