Ronde 23: Rustig

Nu het schaken weer als vanouds plaats vindt, er geen corona-beperkingen meer zijn en we weer in één ruimte spelen, werden een aantal huisregels even opnieuw benoemd. In het kort komen die neer op het gepaste afstand houden bij andere partijen, niet reageren op andermans zetten, geen gesprekjes voeren naast de borden waar nog wordt gespeeld en fluisterend of boven analyseren. Het gaat vast lukken om dat iedere dinsdag vol te houden. Ronde 23  liet in ieder geval zien dat het wel kan, want met 10 partijen bleef het in de speelzaal heerlijk rustig.

Omdat ik zelf geen partij had, maar toeschouwers was, kan ik even in vogelvlucht de ronde doornemen. Kay Ruesink tikte met een mooie manoeuvre met het paard Bram Wilterdink van het bord. De combinatie behelsde dameruil,  pionwinst en een paardvork met kwaliteitswinst. De rest was een kwestie van techniek. Raphaël Roode gaf tegen Gerard Klein Langenhorst zomaar een paard weg. Gerard kon toen ook al snel nog wat pionnetjes daar aan toe voegen. Uiteindelijk kon hij mat zetten. Jan Eckhardt lanceerde een mooie aanval op de K-vleugel van Paul Dekker. Deze viel niet te stoppen, want het werd mat of damewinst. Bij Luc van Harxen  en Henk te Brinke wisselde de kansen. Henk: “Luc heeft de tweede helft goed gespeeld. Nadat ik aanvankelijk voordeel had, nam hij het initiatief over.” Luc moest nog wel nauwkeurig spelen met koning,  toren en twee pionnen tegen koning en toren. Na afloop liet Bert te Sligte overigens zien dat Henk een dolle toren had kunnen creëren. Een dolle toren is een toren die niet geslagen kan worden omdat het dan pat is. Zo kun je de toren steeds met schaak in de aanbieding doen. Maar al met al was Luc terecht winnaar. Dick Boogaard zag niet precies waar hij mee bezig was tegen Robin Hoens. “Ik doe wel zetjes maar zie niks. Ik ruil alles af en biedt dan remise aan.” Een beproefd concept dat ook dit keer werkte.

Als eerste waren overigens Geert ten Hietbrink en Mark Burgers klaar. Mark zijn loper bleef hangen en dat kostte hem een stuk. Niet veel later: “Het is hopeloos” en hij gaf op. Matthijs Hoens zag het allemaal net wat beter dan Alfred Schley. Hij had het beste van het spel en de winst was een kwestie van tijd. Ook Marcel Krosenbrink had Han Schuurmans al snel in de tang. Han had passieve lopers en kon alleen maar lijdzaam toezien hoe kreupel zijn positie op de K-vleugel was. Marcel daarentegen had alle ruimte op de D-vleugel. Bij Bert te Sligte en Jochem Mullink ging het lang gelijk op, maar zoals wel vaker, de druk van Jochem werd Bert teveel. Hij moest de kwaliteit geven, die gaf Jochen wel weer terug, maar dan voor een gewonnen eindspel. Thiemen Dekker speelde voor de derde keer dit seizoen tegen Henri Abbink. Ook deze versie eindigde, net als de vorige twee keer, in remise. De partij beleef eigenlijk de hele tijd in evenwicht en de slotstelling bood te weinig aanknopingspunten voor een van beide om een winstpoging te wagen. Om 23.00 uur zat de 23ste speelronde erop. Nog 5 ronde te gaan dit seizoen.

Gerard (rechts) staat op het punt Raphaël mat te zetten.