Het winnen van een partij, waarin je goed tot gewonnen staat, is zeker niet altijd even makkelijk. De speler die beter staat kan vaak kiezen uit diverse mogelijkheden en dat kan wel eens verlammend werken. Een verkeerde voortzetting kan dan fataal zijn. De slechter staande speler daarentegen heeft eigenlijk niets meer te verliezen en die onbevangenheid levert nog wel eens een verrassing op. Ronde 20 van de interne competitie van het WSG stond in het teken van het afmaken.
De partij die het meeste in aanmerking kwam voor de verwijzing naar de titel was de partij van Sylvan Vrieze tegen Jan Eckhardt. Al op de negende zet had Sylvan, door met de loper op b5 schaak te geven, een dame kunnen winnen. Jan had het in de gaten, maar Sylvan niet. Sylvan kreeg wel een dijk van een stelling en kon uit diverse voortzettingen kiezen, die bijna allemaal tot materiaalwinst zouden leiden of -beter nog- tot onafwendbaar mat. Echter, hij koos een paar keer de verkeerde voortzetting, met als resultaat dat hij zelf mat ging achter de paaltjes. Wel boeiend om te zien. Rob Voogd bouwde een dominante stelling op tegen Henk Wiggers. Henk kwam slecht te staan en ‘kon zich wel voor de kop schieten’, althans dat gebaar maakte hij. Rob ging ondertussen op materiaalroof en de winst was vrij vlot binnen. Henk gaf nog te kennen, dat hij niets meer aan deze partij vond, toen hij er na de opening al zo slecht voor stond
Hoewel Joachim Musholt van Paul Dekker won mopperde hij toch op zichzelf omdat hij slecht uit de opening kwam. Hij vond dat hij niet goed had gespeeld. Later, bij het naspelen, gaf hij te kennen dat het toch beter was dan hijzelf had gedacht, om te verzuchten: “Es sitz in meinen Kopf dass ich denke slecht zu spielen.” Henk te Brinke leek het te gaan afmaken tegen Lauri Maris. Henk had een stuk meer, weliswaar tegen 2 pionnen, maar met ook nog een dame en toren op het bord, leek het er toch wel op dat hij het moest winnen. Henk vergat echter de partij af te maken en met een listig schaakje won Lauri zijn toren. Zij maakte het wel goed af. Puntje voor haar. Dick Boogaard en Han van de Laar speelden een vlotte remise. De fase van het afmaken lieten ze in het verschiet liggen.
Thiemen Dekker kon het qua tijd net niet afmaken tegen Han Schuurmans. Alhoewel hij wel won. Het ging lang gelijk op, maar Thiemen gebruikte veel tijd. Daarom sloeg Han een remise aanbod af in de hoop dat Thiemen zich onderweg zou vergalopperen. Dat was niet het geval, Thiemen vond steeds de juiste zet. Daarop bood Han remise aan, maar dat wilde Thiemen niet meer. Hij veroverde een pion en ging een gewonnen eindspel in. Echter …. omdat het al tegen 22.30 uur liep, greep de competitieleider in en liet de partij afbreken. De volgende dag zou deze door Han worden opgegeven. Een knappe partij van Thiemen, zou hij eraan toevoegen. Tim Witteveen wilde het wel afmaken tegen Marcel Krosenbrink maar kreeg daar de kans niet voor. Het was even goed kijken wie beter stond, maar Marcel kon zijn toren offeren omdat loper in combinatie met dame ijzersterk waren. Tim zette drie keer een pion voor die loper om deze tegen te houden, maar Marcel ruimde de pionnen steeds gedecideerd op. Toen mat c.q. damewinst onafwendbaar was gaf Tim op. Henri Abbink won als snel een pion en later de toren tegen Evi Maris. Her resultaat lag niet veel later dan ook voor de hand, Henri won.