In de eerste bekerronde waren de meeste uitslagen zoals je op grond van de papieren speelsterkte mocht verwachten, ondanks de tijdshandicap van de sterkere speler. Peter Hoens had tegen Bram Wilterdink het grootste ratingverschil (meer dan 1000) en hij was dan ook als eerste klaar. Daarna volgden nog een aantal partijen waar de op papier sterkste het punt pakte, al had Evi Maris het aanvankelijk niet makkelijk tegen Kay Ruesink. Compliment ook voor Sylvan Vrieze. Hij gaf op het laatste moment zijn zekere plaats in de volgende ronde op door tegen Han van de Laar te gaan spelen, die anders ook geen partij had gehad. Thiemen Dekker heeft weliswaar (nu nog) een lagere rating dan Dick Boogaard, maar gezien de seizoenstart van Thiemen kwam zijn overwinning niet helemaal uit de lucht vallen. In de laatste twee partijen, waar gezamenlijk de meeste ratingpunten achter het bord zaten, won telkens de speler met de laagste rating. Henri Abbink wist met nog een minuut op de klok een toreneindspel met minuspion niet remise te houden tegen Han Schuurmans. Hennie Meijer en Arent Luimes waren beiden speciaal voor de beker achter het bord gaan zitten. In de tijdnoodfase wist Hennie een toren te pennen en daarmee was het pleit beslecht.
Uitslagen: Moya Koster-Mark Burgers 0-1, Erik Maris-Henk te Brinke 0,5-0,5 (0-1), Jan Eckhardt-Lauri Maris 0-1, Paul Dekker-Matthijs Hoens 0-1, Han Schuurmans-Henri Abbink 1-0, Sylvan Vrieze-Han van de Laar 0-1, Kay Ruesink-Evi Maris 0-1, Hennie Meijer-Arent Luimes 1-0, Bert te Sligte-Gerard Klein Langenhorst 1-0, Dick Boogaard-Thiemen Dekker 0-1, Luc van Harxen-Marcel Krosenbrink 0-1, Jochem Mullink-Rob Voogd 1-0, Bram Wilterdink-Peter Hoens 0-1
