In de eerste ronde van de KNSB-competitie misten de twee hoogste WSG-teams samen maar liefst acht mensen, vooral door vakanties. In het eerste team deden drie vervangers mee, in het tweede maar liefst vijf. Aan de invallers lag het niet, want zij scoorden in beide teams precies vijftig procent. Het eerste team van WSG won uiteindelijk met 4,5-3,5 van O&O Kampen, het tweede speelde 4-4 tegen ASA 2 uit Arnhem.
In de hoofdmacht was captain Han Schuurmans op het eerste bord de matchwinnaar. In een eindspel speelde hij ondanks materiële achterstand op winst door met zijn koning op te rukken en dat leverde uiteindelijk een voordelig toreneindspel op, dat hij na vijf en half uur spelen prima afrondde. Daarvoor hadden invaller Gerard Harbers (matnet voltooid), hoogste ratinghouder Jochem Mullink en Emma de Vries al gewonnen. Laatstgenoemde na een partij waarin het niet de hele tijd naar winst uitzag. Arent Luimes verloor een pion en ondanks de aanwezigheid van ongelijke lopers kreeg hij gene kansen meer. Reinhard Cvetkovic hield lange tijd prima stand, maar een oneffenheid kostte hem toch de kop. Peter Hoens leek een heel mooie aanval te hebben, maar de beslissende klap zat er niet in, maar gelukkig wist hij het lopereindspel knap remise te houden. Henrik Lösing leek goed uit de opening te komen, maar toen hij een kwaliteit achter kwam, speelde zijn tegenstander het knap uit.
Het tweede team begon met een remise van Han van de Laar, die op zijn verjaardag een op papier sterkere tegenstander keurig op remise hield. De tegenstander van Luc van Harxen ging door de vlag, maar de stelling zag er ook al niet goed meer uit. Manfred Schmeing bereikte een prima remise. Marcel Krosenbrink tastte mis met Dc2 en kon de schade daarna niet meer repareren, omdat zijn opponent het goed uitspeelde. Matthijs Hoens spelde aan het eerste bord een uitstekende partij, maar net toen het op oogsten aankwam, ging hij in de fout en keerde het tij volledig. Joachim Mussholt wikkelde af naar een toreneindspel met pluspion, maar hij wist dit niet over de streep te trekken en moest in remise berusten. Bert te Sligte trof met oud-clubgenoot Ben McNab een taaie opponent. De heren zaten lang achter het bord, maar uiteindelijk werd de vrede getekend. Henri Abbink wist na enige verwikkelingen af te wikkelen naar een toreneindspel met vier tegen drie pionnen. Langzaam maar zeker bouwde hij die voorsprong uit en bracht zo de stand op 4-4.