Met slechts twee invallers, het laagste aantal dit seizoen, vertrok WSG 3 naar Deventer voor de uitwedstrijd tegen DSG Pallas 3. Hoewel WSG 3 op papier op elk bord een duidelijk hogere rating had, leert het verleden ons dat zo’n wedstrijd winnen niet altijd eenvoudig is.
Erik Maris begon de wedstrijd echter goed. Zijn tegenstander gaf al op zet 6 een stuk weg, en Erik wist dit goed uit te spelen. In de partij van René Albersmann kozen de spelers voor een ongelijke rokade. Dit gaf René de kans op een aanval op de koningsstelling van zijn tegenstander, die succesvol bleek te zijn.Ook Mitch Amkreutz wist snel te winnen. Doordat zijn tegenstander slordig met zijn pionnen omging, ontstond er een eindspel waarin Mitch drie pionnen voor stond. Dit bleek meer dan genoeg voor het derde punt van WSG 3. Ook de tegenstander van Luc van Harxen lette niet goed genoeg op zijn pionnen. Nadat in de opening de eerste verloren ging, volgden er niet veel later nog meer. Toen er ook een paard dreigde verloren te gaan, gaf zijn tegenstander op.
Henk te Brinke was als volgende klaar. Hij wist de dame van zijn tegenstander te winnen, waarna Henk’s aanval niet meer te verdedigen was. Na vijf partijen stond het 5-0 voor WSG 3 en was de overwinning al veiliggesteld. Manfred Schmeing leek een sterke aanval te hebben, maar omdat zijn tegenstander anders dan verwacht kon terugslaan, kostte de aanval hem uiteindelijk een toren in plaats van dat er een gewonnen werd. Matthijs Hoens speelde een lastige partij tegen een tegenstander met een sterk loperpaar. Hij wist echter met een pion door te breken, en dit was niet meer tegen te houden. Ten slotte wist ook Alfred zijn partij te winnen. Hij kwam al vroeg op voorsprong door een loper te ruilen voor twee pionnen. Later won hij deze twee pionnen terug. Vervolgens offerde Alfred zijn loper om ervoor te zorgen dat een van zijn pionnen de overkant haalde.
De einduitslag was daarmee de tweede 7-1 overwinning op rij voor WSG 3.
