Driemaal is scheepsrecht en dat gold deze ronde voor de WSG-teams. Voor het eerst dit seizoen speelden zij allen tegelijk thuis en alle teams wonnen. In totaal met 19-5. Het eerste team won met 6,5-1,5 van Max Euwe 3 en dat was na de matige seizoenstart hard nodig. Reinhard Funke was als eerste klaar. Hij kwam twee pionnen voor en dat was voldoende. Jochem Mullink speelde het volgens hem niet altijd op zijn best, maar na de opening kreeg zijn tegenstander toch weinig kansen meer. Emma de Vries was de derde die een vol punt liet aantekenen. Khaled Darwisch leek ook goed te staan, maar hij moest toch in remise berusten. Arent Luimes zat zwaar in de problemen, maar zijn tegenstander drukte niet door. Arent kon toen een gewonnen toreneindspel bereiken. Gerard Harbers had ook geen makkelijke stelling, maar toen de angel er eenmaal uit was, speelde hij het eindspel soepel naar winst. Han Schuurmans leek een plusje te hebben, maar het lopereindspel verzandde in remise. Arjan van Lith speelde een weinig spectaculaire partij, waarin hij een pion achter kwam. De verdediging was echter voldoende op orde om dat remise te houden.
WSG 2
Het tweede team moest van UVS 3 winnen om het degradatiespook op afstand te houden. Uiteindelijk lukte dat nog vrij ruim (5,5-2,5), maar in de eerste paar uur zag het daar zeker nog niet naar uit. Bert te Sligte stond als enige snel gewonnen na stukwinst. Marcel Krosenbrink miste enkele goede voortzettingen, maar zijn tegenstander bezweek toch onder de druk. Paul van der Lee offerde een pion en zoals hij zelf aangaf, was dat niet uit luxe. Het tij keerde er echter wel door. Na Pxb7 was het opeens voorbij. Dick Boogaard bereikte een gelijk eindspel en dat werd remise. Dick van Wamelen werd in een toreneindspel tot passiviteit gedwongen en dat werd hem fataal. De tegenstander van Henri Abbink miste in de slotstelling een mooie combinatie en ging akkoord met remise. Geert ten Hietbrink won een kwaliteit en had een verre vrijpion, waardoor hij zelfs een toren met schaak kon laten slaan om een tweede dame te halen. Daniel Kloster streed nog heel lang in een dubbel toreneindspel, maar zag de winst niet en schudde de hand van zijn tegenstander om het punt te delen.
WSG 3
Het derde team speelde tegen De Stelling. Een club uit Oosterbeek die voor het eerst aan de competitie meedoet om jeugdspelers ervaring te laten opdoen. WSG won met 7-1, maar aanvankelijk zag het er nog helemaal niet naar uit dat de zege zo ruim zou uitvallen. Op veel borden hadden de WSG’ers nog weinig bereikt en Reinhard Cvetkovic (toren kwijt) en Max Eisenbart (zwaar onder druk) hadden het moeilijk. Marijn Visser kwam ook niet goed uit de opening, maar in het eindspel wist hij zijn tegenstander te verrassen met een torenoffer waardoor een pion kon promoveren. Luc van Harxen sprokkelde langzaam wat pionnen en won ook. Zijn tegenstander had na 49 zetten overigens nog 1.33 op de klok staan. Manfred Schmeing won min of meer vanuit het niets de dame van zijn tegenstander. Max Eisenbart had zich knap ontworsteld van de druk en een gewonnen pionneneindspel bereikt. Intussen bleek de stelling van Reinhard Cvetkovic inderdaad onhoudbaar. André Houwers gaf zijn loper weg, maar had nog een leuke truc waardoor zijn pion kon promoveren. Alfred Schley won een pion en daarna stortte de stelling van zijn tegenstander in. Oscar Wamelink won als eerste een pion, maar deed er uiteindelijk het langste over. Maar hij won wel.