Voor de 32e en laatste ronde konden maar liefst drie spelers nog kampioen worden. In eigen hand had het echter maar één speler. Als Henri Abbink van Bert te Sligte zou winnen, was de titel (zijn 18e !) voor hem. Als hij niet zou winnen dan hadden Marcel Krosenbrink en Carsten ter Horst ook een kans. Misschien had Carsten dan nog wel de grootste kans, want hoewel hij 2 punten achterstond op Marcel, had hij met René Albersmann een tegenstander die meer punten zou kunnen opleveren dan Joachim Musholt, de opponent van Marcel. Alhoewel de uitslagen van alle andere partijen in het Keizersysteem ook nog een op voorhand onbekende invloed zouden kunnen hebben. Wie zou als bij de TV-Kwis “Wie van de Drie” uiteindelijk de stap naar voren kunnen zetten om met recht te kunnen beweren “ik ben de kampioen van 2025”.
In de B- en C-groep was er minder spanning. De eerste plaats van René Albersmann in de B-groep stond al maanden vast en ook Mitch Amkreutz kon de beker in de C-groep niet meer ontgaan. Alleen in de D-groep werd er nog gestreden om de hoofdprijs. Dries van ’t Slot had voldoende aan eenzelfde resultaat als Jan Willem Klein Poelhuis. Dries moest het opnemen tegen Han van de Laar, terwijl Jan Willem Gerard Klein Langenhorst moest bestrijden. Dat zou voor beiden geen gemakkelijke avond worden.
Jan Willem verloor vrij snel een stuk en moest in een nederlaag berusten. De buit voor Dries was daarmee binnen, maar hij wist als kers op de taart er zelf ook nog een remise uit te slepen. Voordat we verder kijken naar de kampioensrace eerst nog wat momenten uit andere partijen. Kersvers jeugdkampioen Namik Nursen speelde tegen zijn voorganger Wessel te Bokkel.

Namik heeft Txa4 gespeeld en wordt nu verrast door de vork Pc5. Omdat de dame in de lijn van de toren staat mag zwart niet zomaar dxc5 spelen. Uiteindelijk deed hij dat toch, maar met een dame voor toren en paard was wit de winnaar van die afwikkeling.

De koningsstelling van wit (Erik Maris) ziet er niet zo florissant uit, maar met Pxd5 maakte hij vooral de zwarte aanval sterker. Want Alex Derksen antwoordde met het sterke 0-0-0 en er waren teveel dreigingen voor wit. Wit kan zich hier nog min of meer verdedigen met het verrassende Pce4. De loper op d4 staat dan namelijk niet meer gedekt. Na bijvoorbeeld exd4, Dxd4 kan wit alsnog kort rokeren.
Als laatste waren Alfred Schley en Geert ten Hietbrink bezig. Nadat Alfred met het spectaculaire Lxh6 op voorsprong was gekomen, waren de spelers in een eindspel beland.

Wit lijkt hier gewonnen te staan en dat is ook zo. Het spel vervolgde met a7 en wit kwam niet verder. In de diagramstelling blijkt Pe6+ de winnende zet te zijn. Na het gedwongen ….Kxd7 kan wit met Kb7 zijn koning bevrijden. Na …Kd6, Kb6 kan wit met enkele paardmanoeuvres het paard verjagen. Niet makkelijk te vinden met maar 1 minuut op de klok.
Vlak daarvoor was de beslissing in het kampioenschap gevallen. Carsten ter Horst speelde daarin geen rol meer. Hij had een kwaliteit verloren en hoewel hij zeker nog tegenspel had, moest hij een nederlaag incasseren. Marcel Krosenbrink ging in zijn partij tegen Joachim Musholt door diepe dalen, maar had geluk dat Joachim de beslissende slag niet wist toe te brengen.

Marcel heeft Lg5 gespeeld. Na gxh5 Lxh6 is de stelling wel eer in orde voor zwart, maar met Lxg5 Dxg5, h4 ! had wit een stuk kunnen winnen. Na Dxh4 staat de pion niet meer gepend en kan wit gxh5 spelen.
Ook daarna wisselden de kansen nog diverse keren.. In onderstaande stelling begaat wit de beslissende fout. Hij heeft Lf5-d3 gespeeld.

Na Lc8 zit hij opeens in een matnet: er dreigt Pf3 mat. Na …Le2, Pxe2 Pxe2, Te8 h5, Te5+ gaf wit op.
Toen was het wachten op de partij van Henri Abbink. Bert te Sligte verdedigde zich stug en Henri kon geen vorderingen boeken.

Zwart dreigt Pxg4 en wit moet dus wel Ke2 spelen. Zwart speelde daarop Pd7 en beide spelers kwamen tot de conclusie dat geen van beiden kan winnen bij goed spel van de tegenstander. Nu was het wachten op de eindstand en daaruit bleek dat Marcel Krosenbrink na 32 ronden 9 Keizerpunten meer had dan Henri Abbink. Dat is ongeveer 1/7 matchpunt. Zeer nipt behaalde Marcel daarmee na drie achtereenvolgende tweede plaatsen zijn vierde kampioenschap. Precies 30 jaar na zijn eerste titel en zo achterhaalde hij Hennie Meijer op de eeuwige ranglijst. (verslag MK).