Ronde 31: Gary Lineker

Eén van de beroemdste voetbalquotes staat op naam van Gary Lineker. De spits die in zijn carrière nooit een gele kaart kreeg, zou gezegd hebben dat “Voetbal een simpel spel is: 22 mensen jagen 90 minuten achter de bal aan en aan het einde wint Duitsland”. Bij de interne competitie van het WSG zou je dat kunnen omzetten in: “Schaken is een simpel spel: 32 ronden wordt er gestreden op 64 velden en aan het einde is Henri Abbink kampioen”.
De voorlaatste ronde van de onderlinge strijd ging hij in als nummer drie van de ranglijst, maar na deze ronde staat hij weer als vanouds op kop. Zelfs moest hij het opnemen tegen Joachim Musholt. Die maakte het hem aanvankelijk niet makkelijk en wist zelfs de dame van Henri te ontfutselen. Maar helaas voor hem wel tegen een toren en twee stukken. Dat vond Joachim reden genoeg om op te geven, hoewel Henri nog zo vriendelijk was hem aan te sporen dat hij best verder had kunnen spelen. De computer was het wel met Joachim eens, maar misschien had hij het nog wel even kunnen proberen.
Carsten ter Horst leek enkele weken geleden op de titel af te gaan, maar evenals bij Ajax is er zand in de machine gekomen. Tegen Bert te Sligte kwam hij niet verder dan remise en naar eigen zeggen mocht hij daar niet ontevreden mee zijn. Marcel Krosenbrink ging als koploper de voorlaatste ronde in, maar had in Paul van der Lee natuurlijk een sterke tegenstander. Omdat hij er vanuit moest gaan dat minstens één van zijn concurrenten zou winnen, moest hij eigenlijk zelf ook winnen. De methode die hij daarvoor koos, was iets te gewaagd. Met de sterke zet Db4 toonde Paul aan dat de stelling van Marcel teveel zwaktes had. Na een half uur nadenken wist hij nog de beste (= minst slechte) verdediging te vinden. Paul vond daarna niet de beste voortzetting en wikkelde af naar een stelling waarin hij nog steeds goed stond, maar niet meer zo goed als daarvoor.
In de tijdnoodfase bleven beide spelers naar de winst zoeken en dat werd Marcel fataal.

Zwart heeft zojuist Lc4-d5 gespeeld. Misschien niet hopend op Lxd5 Pxd5+ met winst van de kwaliteit, maar wel om de loper van de lange diagonaal te verjagen. Met Pf5+ had wit echter een beter idee. Na Kg6 volgt Pe7+ en de loper valt. Na Kf8 volgt Tc8+ Pe8 en de loper valt eveneens.

Henri heeft de strijd om de titel nu in eigen hand, maar wie weet volgt er nog een eredivisieachtige ontknoping en gaat Marcel of Carsten er nog met de buit vandoor.