Van de kopgroep in de interne competitie deden alleen Henri Abbink en Marcel Krosenbrink mee in ronde 26 die overigens slechts negen partijen kende. Dat hadden er zelfs acht kunnen zijn, maar gelukkig was Rob Voogd aanwezig om een opengevallen plaats in te nemen.
Henri Abbink moest het met zwart opnemen tegen Henk te Brinke. De koningsvleugelpionnen van Henk zijn agressief opgerukt, maar hij staat wel twee pionnen achter. En dat is teveel. Henri speelde hier Pd5-b4 hetgeen er voor zorgde dat er nog weer wat afgeruild kon worden. Enkele zetten later moest Hen k berusten in het feit dat er niets meer voor hem inzat.
Marcel Krosenbrink had meer moeite om de winst binnen te halen tegen Geert ten Hietbrink.
Het lijkt dat wit al heel ver gekomen is, maar de verdediging van zwart blijkt toch moeilijk te kraken. Omdat zwart een gedekte vrijpion op b5 heeft, komt wit met loperruil in deze stelling niet verder. Wit probeerde het met Kb6 en dat geeft zelfs tegenkansen voor zwart met b4, zoals toeschouwer Henk te Brinke al suggereerde. Pas nadat wit een vrijpion op de h-lijn had gekregen (na ruil van de lopers op f5) sloeg de balans in het voor deel van wit door.
