Terwijl in de naastgelegen speelzaal twee viertallen speelden, werden er ook nog tien partijen voor de onderlinge competitie afgewerkt. Willy Wilting en Henri Abbink hielden de stukken lang op het bord. Er is nog niets af merkte Henri Abbink op rond de 30e zet.

Maar daar zou na zijn zet Le3 (Henri heeft zwart) verandering in komen. De toren op f2 is namelijk ingesloten en ook als wit Lxe3 speelt blijft dat zo. Toch bleef de stelling zo gesloten dat er geen doorkomen aan was voor Henri en moest hij later in remise berusten.
Manfred Schmeing wilde meer dan remise en offerde er op los tegen Henk Doppenberg.

Het zit er misschien indrukwekkend uit, maar wit heeft slechts twee pionnen in ruil voor twee stukken. En eigenlijk dreigt hij weinig. Daar kwam Manfred ook achter, want in de nog geringe bedenktijd die voor hem resteerde wist hij geen oplossing te vinden.