Er zijn dit seizoen al heel wat fraaie offers uitgevoerd, maar een dameoffer heb ik nog niet zien langskomen. Wessel te Bokkel speelde tegen Jan Eckhardt echter een partij die hij ongetwijfeld nog lang zal bewaren. En zo niet, dan staat die op het archief van de site.

- e6. Deze zet is misschien niet zo moeilijk, maar je moet hem toch maar even doen. 1…..Lxe6, 2. Pc7+ Kd7. Eenvoudig Pxa8 is natuurlijk ook prima nu, maar Wessel wilde er wat bijzonders van maken.
3. Dd6+ Kf6, 4. Pd5+ Kg6, 5. Ld3+ Kh5

Inmiddels is dit de stelling. Alles was met schaak, maar als wit geen schaak geeft verliest hij de dame.
6. Dxe6 Het kan natuurlijk ook zo. Of beter, het moet zelfs zo. 6….xe6, 7. h3 Het gaat te ver om dit een smetje te noemen, maar 7. g4+ wint nog sneller. Want na Kxg4. 8. Tg1+ Kxf3, 9. Tg3 is het mat. Wit dreigt nu mat in 1 met g4. Jan probeert dat te verhinderen met 7…Pde5. Heel mooi is nu 8. Lxe5 Pxe5, 9. Pf4 mat. Wessel koos voor 8. g4+. Er volgde 8…xg4 Pxg4, 9. xg4+ Kxg4, 10. Tg1+ Kh5, 11. Lg6 mat. Ook mooi.

Gebeurde er op de andere borden dan niets ? Zeker wel, vooral de eindspelliefhebbers kwamen aan hun trekken. Carsten ter Horst dacht dat hij een goed paard had tegen een slechte loper van René Albersmann. En vanwege de pionstructuur zou je dat misschien denken, maar de loper domineerde veel velden en zo kwam zwart niet verder. Remise. Gerard Klein Langenhorst had tegen Henk Doppenberg ook een paard tegen lopereindspel, maar wel met een pion minder. Toch bood hij remise aan. Of dat toen terecht was ? Henk speelde in ieder geval door. Maar zijn pluspion bleek niet te verzilveren en uiteindelijk moest hij zelf nog remise maken door de randpion op te sluiten.

Ook het thema van de verkeerde loper (de witte koning kan in zijn eentje zwarte h-pion ondersteund door een witveldige zwarte tegenhouden) speelde nog een rol in dit eindspel.
Henri Abbink dacht een pionneneindspel met pluspion, dat inderdaad nagenoeg altijd wint, te winnen van Alfred Schley, maar had onderschat dat de witte vrijpion de koning kon weglokken uit het centrum, waardoor Alfred nog remise kon maken.

- .….Kd6, 2. a6 Kc6, 3. a7 Kb7, 4. a8D Kxa8 en hoewel zwart nu twee pionnen meer heeft is het toch remise. 5. Kxc5 e4, 6. Kxd4 xd3, 7. Kxd3 en er bleven twee kale koningen over.
En toen was er nog één partij bezig tussen Henk te Brinke en Mitch Amkreutz en die kende een heel merkwaardig einde. Mitch zette zijn dame op een veld neer dat gedekt stond door zijn loper. Tenminste, dat dacht hij. Maar twee zetten eerder had hij zijn loper verplaatst. In zijn gedachten was het veld nog gedekt, maar in de werkelijkheid niet meer. Henk aarzelde niet en sloeg de dame. En zo was een gewonnen partij door een zinsbegoocheling opeens een nederlaag geworden. (verslag MK)