René Albersmann hoefde niet te spelen wegens een oneven aantal deelnemers, maar was toch aanwezig. Hij gebruikte zijn tijd nuttig door het boek ‘100 Endgames You Must Know’ van Jesus de la Villa te bestuderen. Dit is tegenwoordig één van de standaardwerken over eindspelkennis. René hield zich onder andere bezig met het eindspel Koning, Loper en Paard tegen Koning. Kan nooit kwaad om dat te bestuderen, hoewel ik het in mijn lange schaakloopbaan nog nooit in een serieuze partij op het bord heb gehad. Wel eenmaal gezien in een andere partij. De bekerfinale tussen Arjan van Lith en Jochem Mullink. Arjan wist hoe hij dat mat moest geven.
Dat de eindspelstudie loont liet ook Paul van der Lee zien in zijn partij tegen Mitch Amkreutz. Mitch had zich in die partij zeer hardnekkig verdedigd, maar in het pionneneindspel ging het toch nog mis. Dat overkwam hem vorig jaar ook al een keer. Goede eindspeltechniek kan dus toch zo hier en daar wat halve of hele punten opleveren.
Ook Rob Voogd en Stijn Westerhof kwamen terecht in het eindspel. Stijn had de partij prima gespeeld en was heel dicht bij de overwinning. Rob heeft het hem echter zo moeilijk mogelijk gemaakt en ook zijn (witte) pion op de zevende rij gebracht. En de loper handig tussengeplaatst (gedekt door b4), zodat de toren de promotie niet meer kan verdedigen. Maar zwart is aan zet. Hij kan ook promoveren. Maar niet met Tc1+. De koning pakt op h2 en zwart verliest nog. Wel goed is Kg3. Wit heeft dan wel eerder een dame, maar nu is Tc1 wel winnend (want mat).
[verslag Marcel K]
