Ronde 11: viertallen

Tegelijk met ronde 11, waarin Fabio Bussink welkom werd geheten als nieuwe deelnemer aan de onderlinge competitie, speelden de viertallen voor het eerst dit seizoen gezamenlijk thuis.
Het eerste viertal nam het op tegen Almelo 2, dat overigens op papier bijna even sterk is als Almelo 1. Het zou dus een zware pot gaan worden. Gerard Harbers mocht het Jaenisch-gambiet bestrijden en deed dat goed, want hij wist in het middenspel een stuk tegen een pion te veroveren en speelde dat goed uit. Na afloop wist Gerard te melden dat hij al eerder tegen dezelfde tegenstander met dezelfde opening had gewonnen. Mark Burgers moest het opnemen tegen een veel sterkere tegenstander die ook nog heel snel speelde. Op het bord stond Mark een ietsje minder en op de klok veel minder. Die combinatie bleek teveel van het goede. Henri Abbink wist zijn jonge opponent een pion te ontfutselen, maar in de tijdnoodfase, die mij ontging, werd het toch remise. De beslissing zou vallen op het bord van Marcel Krosenbrink. Na eerder een winnende voortzetting gemist te hebben, wist Marcel in de tijdnoodfase een kwaliteit te winnen. En hoewel hij zijn tegenstander op één moment nog de kans bood met remise te ontsnappen, kwam de Almeloer toch in een matnet terecht, waarmee WSG de kleinst mogelijke overwinning binnenhaalde.
Het tweede viertal had het op papier veel makkelijker tegen HEC 2 en dat bleek ook in de praktijk. De tegenstander van Aron Rossel dacht een leuke truc te hebben, maar de truc van Aron (paardvork) bleek veel meer op te leveren (1-0). Henk te Brinke snoepte een toren mee en hoewel de Haaksbergse speler nog heel lang doorspeelde met die grote achterstand, was het pleit beslecht. Debuterend teamcaptain Mitch Amkreutz wist na de opening een stuk te winnen en speelde dat daarna bekwaam uit. Bij deze 3-0 stand speelde alleen nog Dries van ’t Slot. Hier ging de partij lange tijd gelijk op, maar uiteindelijk wist Dries toch een loper buit te maken en kwam de eindstand van 4-0 op het bord.
(verslag Marcel Krosenbrink)