Ronde 10: Volle bak

Met 12 interne partijen en 3 voor de beker was het volle bak deze ronde. Als iedereen er is zijn er 17 partijen mogelijk, maar dat zal dit seizoen wel niet vaak voorkomen. Vijftien is echter een respectabel aantal. Kennelijk had ondanks het WK-voetbal iedereen toch meer zin om te schaken.

Henri Abbink won van Alfred Schley. Eerlijk gezegd heb ik niet gezien hoe dat ging. Op zijn Henri`s zullen we maar zeggen. Rustig, gedegen, met veel druk en goede zetten. Op zijn Marcels won Marcel Krosenbrink van Bert te Sligte. Met een pionnetje meer en op het laatst  torens tegen respectievelijk 1 en 2 pionnen lukte het Marcel met zorgvuldig spel om door te breken. Achteraf bleek dat Bert een dolle toren had kunnen creëren. Een dolle toren wil zeggen dat de toren voortdurend schaak kan geven, terwijl het pat zou worden als deze geslagen wordt. Marcel klimt door zijn overwinning  naar de tweede plaats. Gerard Klein Langenhorst leverde steeds meer pionnetjes in tegen Paul van der Lee. “Toen stortte mijn stelling in.” Ook Paul doet goede zaken op de ranglijst. Het leek alsof Willy Wilting voordeel kon krijgen tegen Manfred Schmeing. Er dreigde stukwinst maar ook in de analyse was het niet makkelijk beslissend voordeel te vinden. Met een puntendeling waren beide tevreden.

Dat was ook het resultaat tussen Henk te Brinke en Marijn Visser. Marijn sloeg nog wel een remiseaanbod af, maar de stelling was er niet naar om voordeel te creëren. Matthijs Hoens was als eerste klaar tegen Fons Zuidema. Fons: “In de opening maakte ik al een blunder, die kostte me een toren. Later volgde er nog een blunder en was het einde partij.” Robin Hoens en Joachim Musholt speelden een mooie partij. Joachim vond dat hij slecht uit de opening kwam. “Das passiert mir öfters, aber der Junge hat gut gespielt.” Ze deelden het punt. Jan Eckhardt hield Rob Voogd onder de duim. De koning stond flink op de tocht en Rob kon kiezen tussen mat of verlies van de toren. Tijd om op te geven vond hij.

Henk Doppenberg was tevreden met zijn tweede overwinning op rij. Henk Wiggers stond de hele tijd minder en op een gegeven een paard achter. Het paard van Henk D besliste de partij met een familieschaak. Zowel beide torens als de koning stonden in. Jan Willem Klein Poelhuis en George Appiah kwamen remise overeen. George was niet helemaal tevreden over de partij, maar met een pion minder in de slotstelling wel weer blij met de remise. Han van de Laar en Kay Ruesink speelden een gelijk opgaande partij. Han dacht een klein voordeeltje te hebben omdat Kai een dubbele c-pion had. Maar met enkele fraaie loper zetten wist Kai de stelling in evenwicht te brengen. Jurre van der Kaaij won van Bram Wilterdink. Ik dacht dat ik hoorde dat Jurre eerst minder stond maar iets later de dame won en die was te sterk voor Bram die dan ook mat werd gezet.