In alle groepen wisten de jongste spelers die voldoende partijen gespeeld hadden Zomerschaak te winnen. In groep A was dat clubkampioen Jochem Mullink met 15 uit 18. Hij bleef Hannes Höing (6½ uit 9) en Gerard Harbers (9 uit 14) voor. Walter Schmeing deed het met 100% optimaal, maar hij kwam maar zeskeer in actie.
In de B-groep was de meeste spanning. Hier werd het kampioenschap pas in de laatste ronde beslist. Luc van Harxen moest daarvoor winnen van koploper Han van de Laar en dat lukte hem. De score van 5½ uit 9 was voldoende voor de winst. Van de Laar finishte op 9½ uit 17. De bronzen medaille was voor Henk te Brinke met 3½ uit 9.
Max Eisenbart scoorde 100%, maar hij speelde maar twee partijen.
De C-groep werd een prooi voor Lauri Maris met 5½ uit 10. De helft van haar partijen speelde zij tegen tegenstanders uit de A-groep. Evi Maris bereikte 3 uit 8 en jan Eckhardt en Jan Willem Klein Poelhuis 4 uit 12. Daan Slager behaalde de volle buit, maar hij deed slechts één partij mee.