Evenals in de eerste ronde tegen Caïssa kwam WSG ook tegen het eveneens veel sterkere Meppel in de buurt van een matchpunt, maar de uitslag was wederom een 5-3 nederlaag. Op grond van de ratings nog niet zo’n slecht resultaat, maar stiekem hoop je op meer.
Bert te Sligte en Gerard Harbers hadden aan de topborden weinig kansen tegen spelers met samen ruim 900 ratingpunten meer. Henrik Lösing wist zijn op papier gelijkwaardige tegenstander met een lastige pion op de zevende rij in grote problemen te brengen en won. Marcel Krosenbrink had zich net aan de druk ontworsteld toen hij over het hoofd zag dat hij de pion op e5 verloor, waarmee de hele stelling instortte. Jochem Mullink had problemen in een zeer ingewikkelde stelling, maar kreeg in de tijdnoodfase één kans om toe te slaan. Die kans pakte hij niet en ook hij verloor.
Dick Boogaard zorgde daarentegen voor een enorme verrassing door zijn sterke opponent in een matnet terecht te laten komen. Bij het opstaan dacht hij nog in het tweede te spelen, maar door ziekte moest de 76-jarige koploper van de onderlinge competitie een plaatsje doorschuiven. Bij een 2-4 achterstand waren er nog kansjes, maar Henri Abbink verloor in een goede stelling eerst een belangrijke pion en werkte zich daarna in een matnet van toren en loper. Arjan van Lith had op papier de makkelijkste opgave, maar was het langste bezig. Zijn tegenstander leek remise binnen handbereik te hebben, maar in het eindspel manoeuvreerde Van Lith net zo lang totdat hij een winstweg gevonden had.
