Punt WSG 1

Vorig seizoen verloor WSG nog met 7-1 bij Pallas, dus het kon eigenlijk alleen maar beter gaan. De laatste twee overwinningen hadden daarnaast voor enige zelfvertrouwen gezorgd. In de partij van Marcel Krosenbrink was daar overigens nog niet veel van te merken, want er werd veel geruild en tot remise besloten. Daarbij liet Marcel nog wel een keer een kans op pionwinst liggen. Gerard Harbers zette aan bord 1 een aanval op de koningsstelling in, maar dat deed hij iets te voortvarend. Henrik Lösing kende problemen op de achtste rij en verloor daardoor een loper. Henri Abbink leek de aanval van zijn tegenstander goed afgeslagen te hebben, maar hij zag toch te weinig perspectief om met zijn pluspion verder te spelen. Bert te Sligte moest zijn toevlucht nemen tot een zetherhaling om niet verder in de problemen te komen. Bij een 3½-1½ achterstand speelden alleen nog de drie hoogstegerate WSG’ers en zij stonden allemaal beter, maar of het genoeg was voor één of twee matchpunten ?

Jochem Mullink was in een dame-eindspel beland. Hij trok daarbij tussen de vele schaakles door met zijn koning naar de overkant en vlocht samen met zijn dame een matnet. Arjan van Lith had na een creatieve partij met stukoffer een toreneindspel met pluspion en leek dat te gaan winnen. Hij werd echter nog verrast dooreen patcombinatie van zijn tegenstander. Reinhard Funke had twee stukken en twee pionnen tegen vier pionnen en een stuk. Omdat hij natuurlijk nog wel iets moest overhouden – en in een P+L tegen K eindspel wil je ook niet graag terechtkomen – moest hij geduldig manoeuvreren en dat lukte hem, zodat er toch nog een zwaar bevochten punt mee naar Winterswijk ging.